Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 105

Gods vrede en vreugde behoren mij toe.

1. 1Gods vrede en vreugde behoren jou toe. 2Vandaag zullen we ze aanvaarden, wetend dat ze de onze zijn. 3En we zullen proberen te begrijpen dat deze gaven toenemen naarmate we ze ontvangen. 4Ze lijken niet op de gaven die de wereld geven kan, waarbij de gever verliest wanneer hij de gave schenkt, en de ontvanger rijker wordt door diens verlies. 5Dat zijn geen gaven, dat is met schuld bedreven handel. 6Een waarachtig gegeven gave berokkent geen verlies. 7Het is onmogelijk dat de een winnen kan omdat de ander verliest. 8Dat veronderstelt een beperking en een ontoereikendheid.

2. 1Geen enkele gave wordt zo gegeven. 2Zulke ‘gaven’ zijn slechts een inleg voor een hogere opbrengst, een lening met rente die tot de laatste cent moet worden betaald, een tijdelijk bruikleen, bedoeld als onderpand dat met meer moet worden terugbetaald dan degene ontving die de gave aannam. 3Deze vreemde verdraaiing van wat geven betekent is algemeen verbreid op alle niveaus van de wereld die jij ziet. 4Het ontneemt de gaven die jij geeft alle betekenis en laat jou met lege handen achter bij de gaven die jij aanvaardt.

3. 1Een belangrijk leerdoel dat deze cursus beoogt, is het omkeren van je zienswijze op geven, zodat jij ontvangen kunt. 2Want geven is een bron van angst geworden, en zo vermijd je bij voorkeur het enige middel waarmee jij ontvangen kunt. 3Aanvaard Gods vrede en vreugde, en je zult een andere manier leren om naar geven te kijken. 4Gods gaven zullen nooit afnemen wanneer ze worden weggegeven. 5Ze nemen daardoor alleen maar toe.

4. 1Zoals de vrede en de vreugde van de Hemel intenser worden wanneer jij ze als Gods gave aan jou aanvaardt, zo groeit ook de vreugde van jouw Schepper wanneer jij Zijn vreugde en vrede als de jouwe aanvaardt. 2Waarachtig geven is scheppen. 3Het breidt het grenzeloze uit tot het onbegrensde, eeuwigheid tot tijdloosheid, en liefde tot zichzelf. 4Het voegt nog toe aan alles wat al compleet is, niet in de eenvoudige zin van méér toevoegen, want dat houdt in dat het voordien minder was. 5Het voegt toe door dat wat overvloeien wil zijn doel te laten vervullen, namelijk om al wat het heeft weg te geven, en het zo voor altijd veilig te stellen voor zichzelf.

5. 1Aanvaard vandaag Gods vrede en vreugde als de jouwe. 2Laat Hem Zichzelf completeren zoals Hij compleetheid definieert. 3Je zult begrijpen dat wat Hem completeert, ook Zijn Zoon compleet moet maken. 4Hij kan niet geven door middel van verlies. 5Jij kunt dat evenmin. 6Ontvang vandaag Zijn gave van vreugde en vrede en Hij zal jou danken voor jouw gave aan Hem.

6. 1Vandaag zullen onze oefenperioden een beetje anders aanvangen. 2Begin vandaag met aan die broeders te denken aan wie je de vrede en vreugde hebt ontzegd waarop ze volgens de onpartijdige wetten van God recht hebben. 3Hierin heb jij ze jouzelf ontzegd. 4En hierheen moet jij terugkeren om je aanspraak op ze te doen gelden.

7. 1Denk een tijdje aan je ‘vijanden’ en zeg elk van hen zodra hij je in gedachten komt:

2Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan,
opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn.

3Zo bereid je jezelf voor om Gods gaven aan jou te herkennen en je denkgeest te bevrijden van alles wat je welslagen vandaag in de weg zou kunnen staan. 4Nu ben je klaar om de gave van vrede en vreugde te aanvaarden die God jou gegeven heeft. 5Nu ben je klaar om de vreugde en de vrede te ervaren die jij jezelf hebt ontzegd. 6Nu kun je zeggen: ‘Gods vrede en vreugde behoren mij toe,’ want je hebt gegeven wat jij ontvangen wilt.

8. 1Jij moet vandaag wel slagen, als je je denkgeest volgens onze suggestie voorbereidt. 2Want je hebt alle belemmeringen voor vrede en vreugde laten opheffen, en wat van jou is, kan eindelijk tot jou komen. 3Zeg dus tegen jezelf: ‘Gods vrede en vreugde behoren mij toe’ en sluit je ogen een tijdje, en laat Zijn Stem je verzekeren dat de woorden die jij spreekt, waar zijn.

9. 1Breng telkens wanneer je dat vandaag kunt je vijf minuten zo met Hem door, maar denk niet dat minder geen waarde heeft wanneer je Hem niet meer kunt geven. 2Denk er tenminste elk uur aan de woorden te zeggen die Hem uitnodigen jou te geven wat Hij geven wil en wil dat jij ontvangt. 3Besluit vandaag niet te dwarsbomen wat Hij wil. 4En als een broeder jou ertoe schijnt te verleiden hem Gods gave te ontzeggen, zie het dan slechts als een nieuwe kans om jezelf toe te staan de gaven van God als de jouwe te ontvangen. 5Zegen dan dankbaar je broeder en zeg:

6Mijn broeder, vrede en vreugde bied ik jou aan,
opdat Gods vrede en vreugde de mijne mogen zijn.